Thuis - @home

In maart organiseerde de Josefa Stichting haar tweede ontmoetingsdag onder het motto «Luisteren naar onze migratieverhalen». Een dag rond luisteren en kijken naar getuigenissen over migratie en uitwijzing.

Drie groepen van in totaal een veertigtal belangstellenden wisselden van gedachten met Marco Martiniello (socioloog), Alain Vanoeteren (psycholoog) en Sonia Ringoot (filmregisseur).

Ik deel graag enkele bedenkingen uit deze groepen over onderwerpen die mij nauw aan het hart liggen en over de gesprekken die mij heel wat hebben bijgebracht.

Om de uitdaging van de blik op de ander en de blik van de ander aan te gaan, is het goed om zich open op te stellen. De ander trachten te begrijpen, betekent uit de eigen comfortzone stappen, de eigen overtuigingen in vraag stellen en proberen verbinding te leggen met de wereld van de ander.

In mijn beroep had ik het geluk om mensen (collega’s, klanten, leveranciers) te ontmoeten uit verschillende landen en culturen. Engels was de omgangstaal, niet bepaald onze moedertaal. Achter de taalbarrière ontdekte ik al vrij vlug dat niet de taal, maar vaak de cultuur bron is van misverstand. In de Japanse cultuur bijvoorbeeld wordt «neen» zeggen algemeen beschouwd als een persoonlijke belediging. Als een Japanner dus niet akkoord gaat, dan zal hij dat op een veel subtielere manier doen, met het risico niet begrepen te worden en al dan niet zware gevolgen vandien.

Door de ander in de eerste plaats te zien als mens en op hem/haar geen etiket te plakken van Japanner, klant of technisch directeur, was het voor mij veel gemakkelijker om echt contact te leggen. De Japanners reageerden daarop met : «Met jou kunnen we praten, je begrijpt ons».

Een ander belangrijk discussiepunt was: «Wat zijn de handvatten om van verscheidenheid te evolueren naar complementariteit?». Na een «uitwijzing» is het van (wezenlijk) belang om een (nieuwe) identiteit te ontwikkelen, antwoorden te vinden op vragen als: «Wie ben ik?», «Waar ga ik nu doorheen?». Dan is het cruciaal om te voelen dat je welkom bent, dat je opnieuw leeft en kunt steunen op anderen.

Ik wil nog even terugkomen op mijn ervaring met Japanners. Op een nacht, rond 4 uur, gaat de telefoon. Het is Asabe-san, een Japanse ex-collega van wie ik al enkele maanden niets meer gehoord heb. We praten ongeveer een uur. En dan zegt hij : «Maar waarom bel ik je eigenlijk…?». En dan komt zijn ware verhaal. Hij had te horen gekregen dat hij zou ontslagen worden. Hij zei me: «Ik kan er niet over praten met mijn collega’s en ook niet met mijn familie. Dus bel ik jou». Asabe-san had behoefte om te praten over zijn onzekere situatie. In Japan is ontslag namelijk een grote oneer en heel beschamend voor de persoon in kwestie en zijn familie- en vriendenkring (denk aan harakiri). Daarom durfde hij er met niemand over praten.

Een laatste bedenking die ik wil delen: wij moeten de kaart van de diversiteit trekken, hoe ingewikkeld die ook is. Op heel korte tijd is de wereld heel sterk veranderd. In Brussel valt dat niet zo erg op omdat er niet zoiets is als een «unieke» identiteit, een scheiding tussen Nederlandstaligen en Franstaligen, tussen hoofdstad van België en hoofdstad van Europa. Iemand herkennen in zijn/haar verscheidenheid is dan niet zo moeilijk. Vandaar dat het in Brussel misschien gemakkelijker is om bruggen te bouwen om met de ander in contact te treden en te evolueren naar complementariteit. Het is mogelijk om op die basis te steunen en ze verder te ontwikkelen. Op die manier kunnen we actief deelnemen aan het leven in onze wereld om zo het leven in onszelf en met de anderen te laten geboren worden (samen zijn in de cyclus van het leven).

Op dat pad, te midden van onze migratieverhalen, een thuis en wederzijdse gastvrijheid aanbieden zoals in het Josefa House, is een krachtige hefboom.

Lucien